Antistreptolysine titer (AST) streptokokken
Antistreptolysine titer (AST)
De AST (antistreptolysine titer) wordt gebruikt om vast te stellen of er een infectie is geweest met de beta-hemolytische streptokok. Deze test wordt gedaan bij huidinfecties of huidreacties op streptokokken en bij acute reuma of nierfilterontsteking. Bijvoorbeeld bij een beschadigd been waarbij men denkt aan en wondroos in het recente verleden, maar waarbij dat niet is aangetoond. Of bij huidreacties die door streptokken veroorzaakt kunnen zijn, zoals roodvonk, en psoriasis of en vervelling.
Bij een titer hoger dan 200 U/ml is er sprake van een besmetting.
Een bloedtest voor streptokokken A kan worden gedaan na ongeveer 2 tot 5 dagen vanaf de eerste symptomen. Het duurt enkele dagen voordat het lichaam voldoende antilichamen produceert die kunnen worden opgespoord in het bloed. Sommige mensen kunnen besmet zijn met streptokokken A zonder symptomen te hebben, dus een bloedtest kan ook worden gedaan als er een vermoeden is van besmetting zonder dat er symptomen aanwezig te zijn.
Keel- en amandelontsteking door de GAS gaan meestal in een week vanzelf over.
Roodvonk geneest meestal binnen 10 dagen vanzelf.
De vlekjes kunnen dan nog een beetje zichtbaar zijn en langzaam verdwijnen. Handen en voeten kunnen gaan vervellen.
Krentenbaard gaat binnen 1 tot 3 weken over. Er blijven geen littekens achter.
Met antibiotica kan het eerder over gaan.
Bij wondroos krijgt u meteen antibiotica.
Ook bij kraamvrouwenkoorts krijgt iemand meteen voor 14 dagen antibiotica.
Bij ontstekingen van bijvoorbeeld nieren of gewrichten moet u vaak jarenlang antibiotica blijven gebruiken.
De zeer ernstige ontstekingen aan nieren, botten, hart en hersenen worden in een ziekenhuis behandeld. Soms kan iemand snel genezen als hij snel antibiotica krijgt. Soms moet iemand lang in het ziekenhuis blijven, bijvoorbeeld bij hersen(vlies)ontsteking met coma.
Bij acute redenen voor serologie gelieve u tot een arts te wenden!
zoals bij acuut reuma, post-streptokokkenglomerulonefritis en atypische presentaties van streptokokken.
AST (antistreptolysine O-titer): titer stijgt tussen de 1-4 wk na infectie en daalt na 3-6 mnd. Een verhoogde titer of titerstijging past bij een recente infectie. Met name bij huidinfecties kan de AST negatief blijven en is het bepalen van anti-DNAseB zinvol.
anti-DNAse B: wordt iets later dan de AST positief en blijft langer positief. Bij post-streptokokken beelden is de AST vaak negatief en de anti-DNAse B positief.
Beta-hemolytische streptokokken en Streptococcus pyogenes (ook wel bekend als streptokokken A) zijn beide soorten bacteriën die tot de familie Streptococcus behoren. Het belangrijkste verschil tussen deze twee soorten bacteriën is hun capaciteit om rode bloedcellen te hemolyseren (af te breken).
Beta-hemolytische streptokokken zijn bacteriën die in staat zijn om rode bloedcellen te hemolyseren, wat resulteert in een hemolytische (bloedafbrekende) halo rond de bacteriën in een cultuurmedium. Dit type streptokokken kan verschillende ziekten veroorzaken, zoals longontsteking, bloedvergiftiging en huidinfecties.
Streptococcus pyogenes (streptokokken A) is een specifieke soort beta-hemolytische streptokokken die verantwoordelijk is voor verschillende infecties, waaronder streptokokkenangina (amandelontsteking), huidinfecties (zoals impetigo) en onderhuidse infecties (zoals cellulitis).
Kortom, beta-hemolytische streptokokken zijn een bredere groep bacteriën die rode bloedcellen kunnen afbreken, terwijl streptokokken A een specifieke soort is die verantwoordelijk is voor een beperkt aantal infecties.