Beta-trace-proteine in Serum
Moet gekoeld bewaard worden en direct opgestuurd worden. Serum
Beta-trace-proteïne, ook bekend als Prostaglandine D Synthase (PGDS), is een ander biologisch significant eiwit dat vaak wordt gebruikt in medische diagnostiek. Net als beta-2-transferrine, speelt beta-trace-proteïne een rol bij het detecteren van lekkages van cerebrospinale vloeistof (CSF), maar het heeft ook andere functies en komt voor in verschillende lichaamsvloeistoffen.
Functies en Voorkomen
Beta-trace-proteïne is betrokken bij de synthese van prostaglandine D2, een belangrijke mediator bij ontstekings- en allergische reacties. Het eiwit wordt aangetroffen in talrijke weefsels en vloeistoffen, waaronder cerebrospinale vloeistof, serum, urine, en tranen. Het is een van de meest overvloedige eiwitten in cerebrospinaal vocht.
Gebruik in Diagnostiek
De concentratie van beta-trace-proteïne in de cerebrospinale vloeistof is veel hoger dan in het bloedserum, waardoor het een nuttige biomarker is voor het detecteren van CSF-lekkage. In gevallen van vermoedelijke CSF-lekkage, zoals na hoofdtrauma, operaties of bij symptomen zoals rinorroe (lekkage van vloeistof uit de neus) of otorroe (lekkage van vloeistof uit het oor), kan het meten van beta-trace-proteïne in de verdachte vloeistof helpen om te bevestigen of deze inderdaad CSF is.
Vergelijking met Beta-2-Transferrine
Hoewel beta-2-transferrine zeer specifiek is voor CSF en perilymfe, biedt beta-trace-proteïne een alternatieve marker die ook nuttig kan zijn, vooral in situaties waar beta-2-transferrine-testen niet beschikbaar zijn of wanneer aanvullende bevestiging nodig is. Tests voor beta-trace-proteïne zijn over het algemeen minder kostbaar en kunnen gemakkelijker beschikbaar zijn in sommige laboratoria.
In sommige medische scenario's worden testen voor zowel beta-trace-proteïne als beta-2-transferrine uitgevoerd om de nauwkeurigheid van de diagnose van CSF-lekkage te verhogen. Het begrijpen en toepassen van deze eiwitten in klinische settings verbetert significant de behandeling en het management van patiënten met mogelijke lekkages van cerebrospinale vloeistof.