Bloedplaatjes (Trombocyten): Deze meting geeft het aantal bloedplaatjes in het bloed aan. Bloedplaatjes spelen een cruciale rol in het stollingsproces en helpen bij het voorkomen van bloedverlies.
Creatinine: Dit is een meting die de niveaus van creatine in het bloed beoordeelt. Creatine is een afvalproduct dat wordt geproduceerd door spiermetabolisme en wordt gefilterd door de nieren. Verhoogde niveaus kunnen wijzen op nierproblemen.
Erytrocyten (Rode bloedcellen): Deze test meet het aantal rode bloedcellen, die zuurstof van de longen naar de rest van het lichaam vervoeren. Lage niveaus kunnen wijzen op bloedarmoede.
Gamma GT (Gamma-glutamyltransferase): Een enzym dat voornamelijk in de lever wordt aangetroffen. Hoge niveaus kunnen wijzen op leverschade of -ziekte.
GFR (Glomerulaire Filtratiesnelheid): Een test die de snelheid meet waarmee de nieren bloed filteren. Het is een belangrijke indicator van nierfunctie.
Hba1c: Geeft de gemiddelde bloedsuikerspiegel over de afgelopen 2 tot 3 maanden weer. Het is een belangrijke maatstaf voor het beheer van diabetes.
HDL (High-Density Lipoprotein): Bekend als "goed" cholesterol omdat het helpt bij het verwijderen van andere vormen van cholesterol uit het bloed. Hogere niveaus worden geassocieerd met een lager risico op hartziekten.
Hematocriet: Meet het volume van rode bloedcellen in verhouding tot het totale bloedvolume. Lage niveaus kunnen wijzen op bloedarmoede, terwijl hoge niveaus kunnen duiden op uitdroging of polycythemie.
Hemoglobine (Hb): Een eiwit in rode bloedcellen dat zuurstof vervoert. Lage niveaus wijzen op bloedarmoede, wat algemene moeheidsklachten kan veroorzaken.
HS-CRP (High-Sensitivity C-Reactive Protein): Een marker voor ontsteking in het lichaam. Hoge niveaus kunnen een verhoogd risico op hart- en vaatziekten aangeven.
LDL (Low-Density Lipoprotein): Bekend als "slecht" cholesterol omdat hoge niveaus kunnen leiden tot de opbouw van plaque in de slagaders, wat het risico op hartziekten verhoogt.
Leucocyten (Witte bloedcellen): Deze cellen helpen het lichaam te beschermen tegen infecties. Een hoog of laag aantal kan wijzen op een onderliggende gezondheidstoestand.
MCH (Mean Corpuscular Hemoglobin): De gemiddelde hoeveelheid hemoglobine per rode bloedcel. Afwijkingen kunnen wijzen op verschillende soorten bloedarmoede.
MCHC (Mean Corpuscular Hemoglobin Concentration): De gemiddelde concentratie van hemoglobine in een groep rode bloedcellen. Het kan helpen bij de diagnose van bepaalde soorten bloedarmoede.
MCV (Mean Corpuscular Volume): Het gemiddelde volume van rode bloedcellen. Dit helpt bij het classificeren van verschillende soorten bloedarmoede.
TSH (Thyroid Stimulating Hormone): Een hormoon dat de activiteit van de schildklier reguleert. Afwijkingen kunnen wijzen op hypothyreoïdie of hyperthyreoïdie.
Vitamine B12: Essentieel voor de vorming van rode bloedcellen en neurologische functie. Een tekort kan leiden tot bloedarmoede en neurologische symptomen.
Vitamine D3: Belangrijk voor botgezondheid, immuunsysteemfunctie en ontstekingsregulatie. Een tekort kan leiden tot botproblemen en een verhoogd risico op bepaalde ziekten.
HDL-LDL index: De verhouding tussen HDL en LDL cholesterol. Het biedt inzicht in het risico op hart- en vaatziekten, waarbij een lagere ratio wijst op een lager risico.
Deze waarden samen bieden een uitgebreid overzicht van iemands gezondheid en kunnen helpen bij het diagnosticeren en monitoren van verschillende aandoeningen, evenals bij het begeleiden van behandelingsopties.