Chromogranine A CGA
Chromogranine A is ook wel bekend onder de naam CgA of CGA.
bloedafname in de ochtend na ongeveer 12 uur vasten.
Methode IRMA (serum)
Referentiebereiken 9-85 g / l
INFORMED CONSENT
Je kunt deze test niet zo maar bestellen, je dient bij "opmerkingen" tijdens de bestelling zelf aan te geven dat je voldoende bent voorgelicht en dat je akkoord gaat met de mogelijkheid dat geestelijk belastende resultaten kunnen worden gevonden. Wij kunnen slechts de testen uitvoeren en je de gemeten waarden doorgeven, voor verdere interpretatie van deze testen dien je jezelf tot een medisch specialist te wenden.
CgA verhoogde waarden zijn te vinden bij sommige tumoren.
CgA wordt beschouwd als een marker voor neuro-endocriene tumoren met speciale gevoeligheid en specificiteit voor de diagnose van feochromocytoom.
- Een feochromocytoom is een gezwel van het bijniermerg dat teveel stresshormonen (adrenaline, noradrenaline) maakt. Zo'n gezwel kan ook buiten de bijnieren voorkomen.
- Neuro-endocriene tumoren (NET) zijn zeldzaam en hebben hun oorsprong in het neuro-endocriene systeem. Neuro-endocriene cellen zitten in allerlei weefsels in het lichaam. De tumor kan daarom overal in het lichaam ontstaan. De meeste NET ontstaan in het maag-darmkanaal, de alvleesklier (pancreas) en de longen.
- Ganglion-neuromen zijn zeldzame, meestal goedaardige tumoren in het zenuwstelsel
- Kleincellige longkanker heeft zijn naam te danken aan de vorm van de tumorcellen onder de microscoop. De tumorcellen zijn kleiner dan de gewone longcellen en delen zich snel.
Ongeveer 15% van de gevallen van longkanker is kleincellig. De meest voorkomende vorm van longkanker (80%) is niet-kleincellige longkanker.
Chromogranine-A waarden schommelen ook bij gezonde mensen. Deze bloedtest wordt ook beïnvloed door bepaalde maagzuurremmers. Maar andere ziekten, zoals afwijkingen van de nieren en darmziekten, kunnen eveneens van invloed zijn op de hoogte van de chromogranine-A waarden in het bloed. Daarnaast verschillen de testkits per laboratorium. Daardoor kan de uitslag anders zijn per laboratorium.
Neuro-endocriene tumoren kunnen verschillende stoffen en hormonen produceren, die vervolgens allerlei klachten veroorzaken. Bij ongeveer de helft van de patiënten met dit type tumoren wordt een verhoogde chromogranine A-concentratie in het bloed aangetroffen. De test kan worden gebruikt als extra hulpmiddel bij het stellen van de diagnose en om het effect van een behandeling te volgen.
Chromogranine A zal vooral verhoogd zijn bij uitgezaaide neuro-endocriene tumoren en veel minder bij gelokaliseerde primaire tumoren.
De referentiewaarde van chromogranine A hangt sterk af van de gebruikte testmethode en verschilt dus per laboratorium. Vaak wordt een referentiewaarde van kleiner dan 100 μg/L aangehouden. Dit betekent dat een uitslag kleiner dan 100 μg/L niet afwijkend is. Een normale waarde voor Chromogranine A sluit een neuro-endocriene tumor echter niet uit.
Bij ongeveer de helft van de patiënten met neuro-endocriene tumoren is de hoeveelheid chromogranine A in het bloed verhoogd. De hoeveelheid neemt over het algemeen toe naarmate de tumor groter is of is uitgezaaid naar andere delen van het lichaam. Ook in geval van niet-functionerende (dat wil zeggen: geen hormoonproducerende) neuro-endocriene tumoren kan chromogranine A stijgen.
Daarnaast kunnen onder meer nierfalen en leverproblemen leiden tot een verhoogde hoeveelheid chromogranine A.
Tumormarkers zijn stoffen, meestal eiwitten, die het lichaam maakt als reactie op kanker of die door de kanker zelf gemaakt worden. We kunnen tumormarkers meten in het bloed, urine, hersenvocht of weefselmateriaal.
Sommige tumormarkers horen bij één soort kanker, andere komen voor bij meerdere soorten. Deze stoffen bewijzen niet dat er een tumor zit: we vinden ze ook bij andere ziektes en zelfs bij gezonde mensen. De uitslag alleen zegt dus niet alles. Tumormarkers kunnen ons helpen een diagnose te stellen, maar alleen in combinatie met ander onderzoek.
De stoffen zeggen een ziekenhuis vooral veel over het verloop van jouw ziekte.