Gliadine IgG antistoffen
Gliadine is een gluteneiwit dat darmontstekingen kan uitlokken (o.a. coeliakie en ziekte van Crohn) en bevat de meeste exorfinen.
Normaal breekt het verteringsenzym Dipeptidyl peptidase-4 (DPP-IV) deze peptiden volledig af in de darmen, de bloedbaan en de hersenen, maar wanneer dat niet (volledig) lukt, blijft exorfine over.
Deze exorfines binden zich aan opioïdereceptoren in de hersenen, wat een verminderde signaalfunctie veroorzaakt door beïnvloeding van de K+- en Ca2+ huishouding.
Anti-Gliadine IgG
Gliadine IgG is een type antilichaam dat gericht is tegen gliadine, een component van gluten. Gluten is een eiwit dat voorkomt in tarwe, gerst en rogge. Gliadine IgG wordt soms getest in het kader van onderzoek naar glutengerelateerde aandoeningen, zoals coeliakie en niet-coeliakie glutengevoeligheid.
Bij coeliakie zijn de tests die typisch gebruikt worden gericht op IgA-antilichamen tegen weefseltransglutaminase (tTG) en endomysium, maar sommige laboratoria testen ook op gliadine-antilichamen (zowel IgG als IgA). De IgG-test kan nuttig zijn bij mensen met een IgA-deficiëntie, een conditie waarbij het lichaam niet genoeg IgA produceert. Personen met IgA-deficiëntie zouden mogelijk vals-negatieve resultaten kunnen krijgen op IgA-gebaseerde coeliakietests.
Buiten coeliakie, wordt de aanwezigheid van IgG-antilichamen tegen gliadine soms geassocieerd met niet-coeliakie glutengevoeligheid, een minder goed begrepen aandoening waarbij mensen symptomen ervaren gerelateerd aan gluteninname zonder de auto-immuunziekte coeliakie te hebben.
Het is belangrijk om te weten dat de aanwezigheid van gliadine IgG op zichzelf niet direct een diagnose van coeliakie of een andere specifieke conditie bevestigt. De interpretatie van deze test moet worden gedaan in samenhang met andere klinische bevindingen en onderzoeken.