hs-CRP ontsteking of infectie ultra sensitief
Om bij gezonde personen te voorspellen of er een verhoogde kans is om een hart- en/of vaatziekte te krijgen.
Als test voor het risico op hart- en vaatziekten wordt een meer gevoelige bepaling van CRP gebruikt: hs-CRP (hs=high sensitive).
Naast de gebruikelijke CRP-bepaling is er ook een ultrasensitieve CRP-bepaling op de markt gekomen, hs-CRP high sensitive CRP of C-reactief proteïne (CRP), ultra-sensitief, waarmee zeer laaggradige ontstekingsreacties aangetoond kunnen worden. Uit diverse recente studies is duidelijk geworden dat de hs-CRP, met name indien gecombineerd bepaald met het totaal cholesterol en het HDL-cholesterol, een sterke voorspeller is van toekomstige coronaire aandoeningen bij ogenschijnlijk gezonde personen. Dit onderzoek is uitgevoerd omdat vermoed wordt dat laaggradige, chronische ontstekingen een belangrijke rol spelen bij het proces van aderverkalking.
Er is een onderverdeling gemaakt voor de lage waarden van hs-CRP als voorspelling van hartziekten:
- Is de uitslag kleiner dan < 1 mg/l: Geen verhoogd risico op het ontwikkelen van een hart- en/of vaatziekte.
- Ligt de uitslag tussen 1-3 mg/l: Licht verhoogd risico op het ontwikkelen van een hart- en/of vaatziekte.
- Is de uitslag hoger dan > 3,0 mg/l: Hoog risico op het ontwikkelen van een hart- en/of vaatziekte.
- Is de uitslag hoger dan > 10 mg/l: Wijst in de richting van een acute infectie bijvoorbeeld door bacteriën
De normale bepaling van CRP wordt uitgevoerd om de mogelijke aanwezigheid van een ontsteking of infectie aan te tonen of uit te sluiten, of om het resultaat van een behandeling van de ontsteking te volgen.
Voordat CRP toegepast werd, werd er gebruik gemaakt van de bezinking (erytrocytbezinkingssnelheid ofwel BSE), voor het aantonen van een ontsteking. Bij het begin van een ziekteproces kan het echter enkele dagen duren voordat er een stijging van de BSE optreedt. Daarmee verandert de bezinking veel trager dan het CRP, dat in zes tot acht uur na begin van de ontsteking verhoogd is. Ook daalt de BSE na het uitdoven van een ziekteproces veel trager dan het CRP. Verder is de bezinking ook afhankelijk van onder andere geslacht, leeftijd, zwangerschap, geneesmiddelengebruik, hematocriet en morfologie van de rode bloedcellen. Door al deze factoren is de bezinking in de acute fase van de ontsteking van minder diagnostische waarde geworden.