immunoglobuline, IgG Infecties
Immunoglobuline
Vaak infecties? De test meet de hoeveelheid immunoglobulines (afgekort Ig) in het bloed en onderscheidt daarbij drie verschillende soorten: IgA, en IgG en IgM. Dat zijn afkortingen voor de immunoglobulines klassen: A, G en M.
Immunoglobulines
Immunoglobulines, ofwel antistoffen, zijn eiwitten die door de mens worden geproduceerd om lichaamsvreemde stoffen op te ruimen en om infecties te bestrijden (virussen, bacteriën of parasieten).
Immunoglobulines worden door specifieke witte bloedcellen (B-cellen) aangemaakt. Elke groep van identieke cellen maakt één specifiek immunoglobuline. Soms slaat een groep cellen op hol en maakt dan veel te veel van één soort immunoglobuline. Dat gaat dan ten koste van andere immunoglobulines, waardoor het afweersysteem niet goed meer werkt tegen infecties.
IgM is bij een infectie vaak het eerst geproduceerde antistof dat later wordt 'afgelost' door IgG. IgG wordt aangemaakt bij grotere hoeveelheden of bij een tweede contact met het antigeen. IgG kan door de placenta van de zwangere vrouw bij het ongeboren kind terecht komen en zorgt in de eerste zes maanden voor de afweer van de baby.
Test wordt gedaan bij het vermoeden van monoklonale gammopathie van het IgG-kappa- of IgG-lambda-type, infecties met polyklonale IgG-replicatie, immunodeficiënties van B-lymfocyten (bijv. Bruton's agammaglobulinemie), humorale immunodeficiëntie van de IgG-subklassen met frequente bacteriële infecties van de luchtwegen
Verhoogde waarden worden gevonden bij: monoklonale gammopathie van het type IgG Kappa of IgGLambda, amyloïdose, chronische infecties, auto-immune hepatitis. Verlaagde waarden worden gevonden in: Bruton's agammaglobulinemie, humorale immunodeficiënties met verminderde IgG-subklassen
Methode Nephelometrie (NEPH)