Kattenkrabziekte Bartonella henselae PCR
PCR-DNA onderzoek kattenkrabziekte Bartonella henselae (EDTA)
De kattenkrabziekte is een infectie met Bartonella henselae, veroorzaakt door een beet of een krab van een met Bartonella henselae geïnfecteerde kat of (wellicht) door een besmette teek.
Volgens een onderzoek van het RIVM zijn 56% van de katten in Nederland geïnfecteerd met Bartonella henselae. Volgens het RIVM komt B. henselae niet voor in teken in Nederland en kun je van een tekenbeet dus geen Bartonella oplopen. Vele onderzoeken uit omringende landen - en eerdere onderzoeken uit Nederland - komen echter tot andere conclusies en chronische lymepatiënten testen opvallend vaak positief op Bartonella.
Kattenkrabziekte is over het algemeen een onschuldige, soms met koorts gepaard gaande ziekte, die meestal vanzelf overgaat. Het begint drie tot vijf dagen nadat de patiënt door een kat gekrabd of gebeten is, met een of meerdere kleine rode puistjes op de huid die niet zijn gevuld met pus (2-3 mm) op de huid, waar de krab plaats vond. Deze gaan over in blaasjes met vocht er in. Na enkele dagen komen er korstjes op, waarna de wondjes snel verdwijnen. Niet zelden blijft dit onopgemerkt.
Na ongeveer twee weken, wanneer van de eerste verwonding meestal alleen nog een klein litteken zichtbaar is, kan een (druk)pijnlijke, grote lymfeklierzwelling ontstaan, soms meer dan één. De zwelling ontstaat in een lymfklierstation meestal aan het hoofd, in de hals, in de oksel of de elleboogplooi, minder vaak in de lies of lager. De ernst van de ontsteking van de lymfeklier varieert, maar kan gepaard gaan met sterke vergroting van de klier, warmte en roodheid van de onderliggende huid en pusvorming.
Bij ongeveer eenderde van de patiënten gaat de ziekte in de eerste dagen tot weken gepaard met koorts (meestal <39°C), hoofdpijn en een griepachtig gevoel. Bij circa 2% van de patiënten ontstaan er daarna verschijnselen van hersenontsteking, zich uitend in verlaagd bewustzijn of zelfs coma. De hersenontsteking kan weken tot maanden aanhouden (gemiddeld zes weken), maar verdwijnt uiteindelijk spontaan en zonder restverschijnselen.
Bij een klein deel van de patiënten (1-3%) manifesteert kattenkrabziekte zich als een infectie die zich over het hele lichaam uitgebreid, met ontstekingshaarden in bot, lever, milt of long. Dat geeft in het begin een grieperig gevoel met lichte koorts, spierpijn, geringe hoofd- of nekpijn, vermoeidheid, nachtelijk zweten en gezwollen lymfeklieren. De infectie verloopt ernstiger bij mensen waar het immuunsysteem niet goed bij werkt (met name aids en mensen met een niertransplantatie).
Omdat Bartonella neurologische aandoeningen kan veroorzaken kunnen hierdoor psychiatrische stoornissen veroorzaakt worden.
Symptomen Bartonella infectie
- Huidafwijkingen, zoals striae-achtige plekken, bulletjes en etterblaasjes
- Depressie
- Vermoeidheid
- Evenwichtsstoornis
- Gewrichtspijn
Immuniteit
Er zijn geen berichten dat bij de mens iemand voor de tweede keer kattenkrabziekte heeft gehad.
Oorzaak besmetting
Vlooien spelen een belangrijke rol bij de overdracht van B. henselae. Overdracht van katten naar mensen vindt zeer waarschijnlijk plaats via besmetting van krab- en bijtwonden met vlooienpoep.
Directe overdracht van mens naar mens is niet beschreven.
Teken als vector worden ervan verdacht B. henselae over te kunnen dragen, maar in Nederland is het risico voor mensen om via de teek Ixodus ricinus B. henselae op te lopen verwaarloosbaar klein (Tijsse-Klasen 2011). Incidenteel wordt B. henselae ook aangetroffen bij honden (Guptill-2 2010).
De ziekte komt meestal voor bij kinderen en jongvolwassenen, omdat zij het meeste met katten spelen. De beste manier om de ziekte te voorkomen is om vlooien te bestrijden. Vooral jonge katten zijn een gevaar, omdat zij de bacterie het vaakst bij zich hebben.
Er is ook een goedkopere, maar minder betrouwbaardere (serum) test beschikbaar.
De rapportagetijd van DNA testen is wat langer dan bij andere testen, na ontvangst op het lab duurt het ongeveer 3 weken voor u de uitslag per mail ontvangt