Lever/galblaas ALAT, ASAT, bilirubine, alkalische fosfatase
Bloedonderzoek naar leverziekten, leverproblemen of om te veel alcoholgebruik op te sporen.
Om te kijken of er sprake is van geelzucht, die onder andere veroorzaakt kan worden door leverziekten en galstenen.
De volgende testen worden uitgevoerd:
- Bilirubine totaal
- Gamma-GT (GGT)
- ALAT (GPT)
- ASAT (GOT)
- Alkalische fosfatase
Bilirubine
Bilirubine is het afbraakproduct van hemoglobine en verlaat het lichaam via de ontlasting. Het komt eerst in de galblaas terecht en wordt daarna in de dunne darm uitgescheiden. Bij mensen met een leverziekte wordt bilirubine soms niet of niet volledig uitgescheiden, bijvoorbeeld omdat de gal door galstenen niet goed uit de galblaas kan. Hierdoor ontstaat dan een gelige huidskleur die ook wel geelzucht of icterus wordt genoemd.
Een verhoogd bilirubinegehalte in het bloed betekent dat de lever niet optimaal functioneert. Een verhoogd bilirubinegehalte in het bloed gaat vrijwel altijd gepaard met geelzucht. Hierbij kleurt als eerste het oogwit maar later ook de huid geel. Dit komt doordat bilirubine een intense gele kleur heeft.
Er zijn veel verschillende leveraandoeningen waarbij het bilirubinegehalte in meer of mindere mate is verhoogd. Bijvoorbeeld bij:
- Levercirrose
- primaire biliaire cirrose (PBC)
- verschillende vormen van hepatitis
- het syndroom van Gilbert
- Aandoeningen waarbij de afvoer van galvloeistof is belemmerd, zoals bij galstenen, primaire scleroserende cholangitis (PSC) en de aangeboren aandoening galgangatresie.
Gamma GT
(GGT) is een enzym dat in de lever wordt gemaakt en helpt bij de omzetting en vertering van stoffen die via eten en drinken het lichaam binnenkomen. Normaal is de concentratie van GGT in het bloed erg laag, maar bij zware belasting van de lever kan de hoeveelheid behoorlijk stijgen. Dit gebeurt als de lever in korte tijd veel stoffen krijgt aangevoerd om te verwerken, bijvoorbeeld bij (extreem) gebruik van geneesmiddelen of alcohol. Ook wanneer de galwegen geblokkeerd zijn, bij galblaasproblemen, of als gevolg van leverschade zal de GGT stijgen.
ALAT
De test bepaalt de hoeveelheid van het enzym ALAT in bloed. Een enzym is een eiwit dat cellen helpt om een bepaalde stof om te zetten in een andere stof. ALAT is vooral in de lever aanwezig. Kleinere hoeveelheden komen voor in de nieren, het hart en in spieren. Normaal is de hoeveelheid ALAT in het bloed laag. Als levercellen beschadigd worden, lekt ALAT vanuit de lever in het bloed. Daardoor stijgt de hoeveelheid ALAT in het bloed. Dit kan gebeuren voordat er klachten of symptomen zijn (zoals geelzucht, gele ogen of gele huid) die wijzen op leverschade.
ASAT
De test bepaalt ook de hoeveelheid van het enzym aspartaataminotransferase (ASAT) in bloed. Een enzym is een eiwit dat cellen helpt om een bepaalde stof om te zetten in een andere stof. ASAT is vooral in de lever aanwezig en in dwarsgestreept spierweefsel (hart- en skeletspieren). Normaal is de hoeveelheid ASAT in het bloed laag. Bij beschadiging van de lever- of spiercellen komt ASAT vrij in het bloed.
Alkalische fosfatase
Alkalische fosfatase (AF) wordt onderzocht bij een verdenking op problemen met de lever of galwegen. Het wordt vaak samen met ASAT, ALAT en Gamma-GT bepaald. De belangrijkste oorzaken voor een verhogingen van alkalische fosfatase in het bloed zijn aandoeningen van de lever, de galwegen of het skelet.
Alkalische fosfatase (AF) is een enzym dat fosfaatgroepen van verschillende moleculen kan verwijderen, zoals nucleotides, eiwitten etc. Het in het bloed aantoonbare AF is hoofdzakelijk afkomstig van leverparenchym, galwegepitheel en osteoblasten. In mindere mate wordt het ook geproduceerd door en darmepitheel, placenta en nierweefsel.
Wat botziekten betreft wordt het vaak gezien als maat van de osteoblastenactiviteit. Alkalische fosfatase wordt dan ook aangevraagd bij de diagnostiek en het vervolgen van leveraandoening, galweg problemen en botziekten.
Als naast een verhoogde concentratie alkalische fosfatase ook een verhoogd en gamma-glutamyltransferase wordt gemeten, kan er sprake zijn van een leveraandoening, terwijl bij een geïsoleerde alkalische fosfatase verhoging sprake kan zijn van een botziekte, zoals de ziekte van Paget.
Verhogingen van het AF in het bloed die niet met 'ziekte' zijn geassocieerd, worden gezien tijdens de zwangerschap en in de herstelfase na botbreuken.
Stijging kan voorkomen bij leverafwijkingen zoals hepatitis, cirrose, of een ruimte innemend proces. Een andere belangrijke reden van verhoging is een obstructie van de galwegen, dan kan het gal niet goed kan afvloeien uit de galblaas. Vette maaltijden, zwangerschap of nierfalen kunnen ook een rol spelen bij een verhoogd alkalisch fosfatase geven.
Verlaagd alkalisch fosfatase komt voor bij vrouwen in de overgang die oestrogeen gebruiken voor osteoporose. Maar ook bij mensen met ondervoeding, magnesiumtekort, bloedarmoede, een traag werkende en schildklier of na een ernstige periode van diarree.
Sommige medicijnen kunnen van invloed zijn op de uitkomst van bepalingen: zo geven corticosteroïden een verhoging van de alkalische fosfatase.