Lithium controle voor psychiaters
Lithiumspiegel meten
Met deze test meet je de lithiumspiegel in het bloed. (Serum)
De belangrijkste redenen om je lithiumgehalte in het bloed te testen zijn:
1. Behandeling met lithium (bij bipolaire stoornis en depressie)
- Optimale dosering bewaken: Lithium heeft een nauw therapeutisch venster – te laag werkt het niet, te hoog kan het giftig zijn.
- Voorkomen van toxiciteit: Hoge lithiumspiegels kunnen leiden tot vergiftiging met symptomen zoals misselijkheid, trillen, sufheid en in ernstige gevallen nierproblemen of neurologische schade.
- Monitoren van therapietrouw: Het meten van de lithiumspiegel kan helpen bepalen of iemand de medicatie correct gebruikt.
2. Nierfunctie en lithiumuitscheiding controleren
- Lithium wordt door de nieren uitgescheiden, dus een test kan nierproblemen opsporen die de lithiumbalans verstoren.
- Bij nierfunctieverlies kan lithium zich ophopen, wat het risico op toxiciteit verhoogt.
3. Onverklaarde klachten of symptomen
- Symptomen zoals vermoeidheid, trillen, concentratieproblemen of stemmingswisselingen kunnen duiden op een lithiumdisbalans.
- Zowel een tekort (onvoldoende werking) als een overschot (toxische effecten) kunnen gezondheidsklachten veroorzaken.
4. Medicatie-interacties en levensstijlfactoren
- Sommige medicijnen en gewoonten (zoals vochtinname, zoutgebruik of diuretica) kunnen de lithiumuitscheiding beïnvloeden.
Door regelmatige tests kan worden gecontroleerd of deze factoren de lithiumbalans verstoren.
Lithium is een doeltreffend geneesmiddel voor de behandeling van patiënten met een bipolaire (manisch-depressieve) stoornis. Het is echter een middel met veel, potentieel ernstige bijwerkingen en een smalle therapeutische breedte. Regelmatige controle van de lithiumconcentratie en regelmatige controle op bijwerkingen dienen daarom plaats te vinden.
Lithiumgebruik wordt in de meeste gevallen begeleid door een psychiater met ruime ervaring in de werking en bijwerkingen van lithium. Bij langdurig gebruik door psychiatrisch stabiele patiënten wordt de zorg soms echter aan de huisarts overgelaten. Ook niet-psychiaters moeten alert blijven op de bijwerkingen van lithium.
Therapie controle en beoordeling in lithium therapie,
Verduidelijking van giftige lithiumeffecten bij spiertrekkingen, evenwicht en bewegingsstoornissen, slaperigheid, stuiptrekkingen, uitdroging.
Therapeutisch bereik: 0,5 - 1,2 mmol / l
- Giftige bijwerkingen: 1,5 mmol / l
- Uitdroging en comatose staat: 3,0 mmol / l
- Potentieel dodelijk: 4,0 mmol / l
Lithium wordt door de nieren uitgescheiden (verhoogd met hoge opname van natrium en water).
eliminatiehalveringstijd: ongeveer 14-33 uur.
Giftige bijwerkingen van 1,5 mmol / l: Spiertrekken, ataxie, slaperigheid, convulsies, uitdroging, coma
Boedafname ongeveer 12 uur na de laatste lithium-inname.
De uitslag dient met je psychiater besproken te worden. Bloedwaardentest biedt hierbij geen ondersteuning.
Bij lithiumgebruik is het verstandig om naast de lithiumspiegel ook nierfunctie, elektrolyten, schildklierwaarden en bloedglucose te monitoren. Dit helpt om bijwerkingen te voorkomen en de medicatie zo optimaal mogelijk af te stemmen.
Als je je lithiumspiegel test, kunnen de volgende aanverwante testen ook nuttig zijn om een breder beeld van je gezondheid en elektrolytenbalans te krijgen:
1. Nierfunctieonderzoek
- Kreatinine & eGFR – Aangezien lithium via de nieren wordt uitgescheiden, is het belangrijk om te controleren of je nieren goed functioneren.
- Urineonderzoek – Om eventuele nierproblemen of vochtbalansverstoringen op te sporen.
2. Elektrolytenbalans
- Natrium, Kalium, Magnesium en Calcium – Deze mineralen beïnvloeden de lithiumuitscheiding en kunnen schommelingen in de lithiumspiegel veroorzaken.
3. Schildklierfunctie
- TSH, FT4 & FT3 – Lithium kan de schildklierfunctie beïnvloeden en soms leiden tot hypothyreoïdie. Regelmatige controle is aanbevolen.
4. Bloedglucose en Insulineresistentie
- HOMA-IR, Nuchtere Glucose, Insuline & HbA1c – Lithiumgebruik kan invloed hebben op de stofwisseling en insulineresistentie, vooral bij mensen met een verhoogd risico op diabetes type 2.
5. Leverfunctie
- ALAT, ASAT, Gamma-GT, Bilirubine – Om de levergezondheid te bewaken, aangezien lithium soms de leverfunctie kan beïnvloeden.
6. Vitaminen en Mineralen
- Vitamine D, B12 & Foliumzuur – Lithiumgebruik kan de opname van bepaalde vitaminen beïnvloeden, wat kan leiden tot tekorten en vermoeidheidsklachten.