Parvo de vijfde ziekte IgM
Parvo de vijfde ziekte IgM
Natuurlijke immuniteit Personen die een infectie met het parvovirus B19 doorgemaakt hebben en hierdoor in het bezit zijn van parvovirus B19 IgG-antistoffen zijn levenslang beschermd tegen reïnfectie. de IgM antistoffen zijn 3 weken na besmetting te meten.
https://lci.rivm.nl/richtlijnen/parvovirus-b19-infectie
In de praktijk wordt de diagnose parvovirus B19-infectie gesteld door de detectie van parvo-virus B19 IgM- en IgG-antistoffen met behulp van immunofluorescentie (IF) of ELISA-technieken.
IgM-antistoffen zijn aantoonbaar vanaf 1-2 weken na de infectie. Dit tijdstip valt ongeveer samen met het ontstaan van de ziekteverschijnselen bij erythema infectiosum.
IgM-antistoffen blijven 2 tot 6 maanden aantoonbaar. In geval van hydrops foetalis en bij patiënten met verminderde afweer kunnen IgM-antistoftiters laag of afwezig blijven.
Bij deze patiëntengroepen is serologie daarom ongevoelig en is DNA-detectie betrouwbaarder. Specifieke IgG-antistoffen verschijnen enkele dagen na de IgM-antistoffen en blijven levenslang aanwezig.
In een enkel laboratorium is het mogelijk een antistofbepaling uit vingerprikbloed te laten doen.