Rubella Rode Hond ben ik er immuun voor?
Bij dit onderzoek wordt getest op:
- Rubella IgG uit serum
- Rubella IgG aviditeit
Zwangeren worden met regelmaat getest op rubella. Dit is niet nodig. Als een zwangere seronegatief is en ooit (ten minste één keer) is gevaccineerd, is ze toch beschermd. Als ze nooit is gevaccineerd, kan na de zwangerschap vaccinatie worden aangeboden.
Rubella IgG uit Serum
Beoordeling van Immuniteit: Rubella (rodehond) is een infectieziekte die ernstige geboorteafwijkingen kan veroorzaken als een vrouw tijdens de zwangerschap geïnfecteerd raakt. Het testen van Rubella IgG uit serum helpt om vast te stellen of een vrouw reeds antilichamen tegen het rubellavirus heeft, wat wijst op immuniteit. Vrouwen die immuun zijn, lopen veel minder risico op overdracht van de ziekte naar de foetus.
Preventie van Congenitaal Rubellasyndroom (CRS): Door de immuniteitsstatus te kennen, kunnen gezondheidszorgverleners gepaste maatregelen nemen om de risico's van CRS te minimaliseren, die kunnen leiden tot doofheid, hartafwijkingen en andere ernstige gezondheidsproblemen bij pasgeborenen.
Rubella IgG Aviditeit
Bepalen van Infectietiming: Voor zwangere vrouwen die Rubella IgG antilichamen hebben, helpt de aviditeitstest te bepalen hoe lang geleden de infectie waarschijnlijk heeft plaatsgevonden. Lage aviditeit kan duiden op een recente infectie tijdens de zwangerschap, wat een hoger risico op CRS voor de foetus inhoudt.
Het kennen van de aviditeit van IgG antilichamen stelt gezondheidszorgverleners in staat om de zorg voor zwangere vrouwen te optimaliseren. Als er een hoog risico op recente infectie is, kunnen verdere stappen worden ondernomen, zoals meer frequentie in monitoring of het voorbereiden op mogelijke complicaties bij de pasgeborene.
Deze test stelt zwangere vrouwen in staat om proactief hun gezondheid en de gezondheid van hun baby te managen. Het helpt bij het nemen van weloverwogen beslissingen over mogelijke medische interventies of veranderingen in de zorgstrategie tijdens de zwangerschap. Bovendien zijn deze tests cruciaal voor het vermijden van de overdracht van rubella van moeder op kind, wat levenslange gevolgen kan hebben voor de gezondheid van het kind.
Wat is rubella?
Rubella of rode hond is een besmettelijke vlekjesziekte die wordt veroorzaakt door een virus. De ziekte heeft meestal een mild verloop. Wanneer vrouwen die niet beschermd zijn in de eerste helft van de zwangerschap rubella doormaken, bestaat het risico op aangeboren afwijkingen bij de baby. Een primaire rubella-infectie in de eerste 4 weken van de zwangerschap geeft een grote kans op het congenitale rubellasyndroom (CRS) (± 80%). Dat kan zich uiten in onder meer doofheid, cataract, cardiale afwijkingen, pulmonaal hypoplasie en aandoeningen van het centrale zenuwstelsel. De kans op klinische afwijkingen neemt af naarmate de zwangerschap vordert (bij 13-16 weken zwangerschap ± 10%). In de tweede helft van de zwangerschap is de incidentie van rubella geassocieerde afwijkingen minder dan 2%.
Vanaf 1974 is vaccinatie tegen rubella opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma (RVP): eerst alleen voor meisjes, en vanaf 1987 als onderdeel van de BMR-vaccinatie voor alle kinderen. Omdat de meeste kinderen worden ingeënt komt de ziekte in Nederland niet veel meer voor.
Wat is het rubellascreeningsbeleid tijdens de zwangerschap?
Er is geen landelijk, uniform screeningsbeleid voor rubella. Het Nederlands Huisartsen Genootschap adviseert bepaling van de rubellatiter alléén voor vrouwen van wie het onwaarschijnlijk of onzeker is dat zij in het verleden gevaccineerd zijn, zoals buitenlandse vrouwen. Zwangere vrouwen die tegen rubella zijn gevaccineerd moeten als voldoende beschermd worden beschouwd. Voor die vrouwen is rubellascreening in de zwangerschap niet nodig.
De beoordeling van de uitslag van een screeningstest
Een rubella testuitslag met een IgG-waarde van 20 IU/ml of hoger, geldt als voldoende bescherming. Bij lagere waarden is de interpretatie afhankelijk van wat het laboratorium aangeeft.
Indien de vaccinatie lang geleden is gegeven en er geen boostering door natuurlijke blootstelling heeft plaatsgevonden, zakt de antistof titer. De hoogte van de gemeten titer zegt dus eigenlijk weinig over het aanwezige immunologische geheugen. Wanneer een screening is uitgevoerd op routinebasis en negatief blijkt te zijn, is het beleid om alsnog na te gaan of de vrouw ooit gevaccineerd is. Zo ja, dan kan zij als beschermd worden beschouwd.
Seroconversie treedt na vaccinatie op bij 98-100% van de gevaccineerden. De beschermende werking van vaccinatie bedraagt 95-97%. De bescherming houdt lang aan door een memory effect. Als de vrouw niet eerder werd gevaccineerd is er een indicatie voor bof/mazelen/rodehond (BMR)vaccinatie als zij in de toekomst weer zwanger wil worden. Na afloop van de zwangerschap, kan alsnog gevaccineerd worden. Zwangere vrouwen die contact hebben gehad met iemand met rodehond en waarvan het niet duidelijk is of zij gevaccineerd zijn tegen rodehond moeten contact opnemen met de verloskundige, gynaecoloog of huisarts.
Bron: De Landelijke Coördinatie Infectieziektebestrijding (LCI) van het RIVM T. Oomen, Centrum Infectieziektebestrijding, RIVM, Bilthoven