uitgebreid bloedbeeld inclusief Leuco Diff en RDW
Groot bloedbeeld+RDW: (EDTA paarse buis)
- Hemoglobine (Hb) - Bloedarmoede en algemene moeheidsklachten
- Leucocyten - Witte bloedcellen infecties
- Bloedplaatjes (Trombocyten) - voorkomen van bloedverlies
- Hematocriet
- Rode bloedcellen (erytrocyten)
- MCV 92.7 fl 82 - 98
- MCH 1.85 fmol 1.59 - 2.00
- MCHC
- RDW-CV
- thrombocyten
- MPV (mittl. Plättchenvolumen)
- neutrofiele granulocyten
- lymfocyten
- monocyten
- eosinofiele granulocyten
- basofiele granulocyten
Hematologie is het specialisme dat zich bezighoudt met de ziekten van het bloed, beenmerg en lymfeklieren.
RDW-CV referentiewaarden tussen 11.0 - 16.0 %
De erythrocytenverdelingsbreedte (EVB), in de Engelse term RDW (Red
Cell Distribution Widht) genoemd, behelst de variatiecoefficient van
het volume van de erythrocytenpopulatie.
Een normale EVB duidt op een homogene celpopulatie, een verhoogde EBV
staat voor een toename van de grootte variatie van de cellen. De EBV
geeft daarmee een quantificering van de anisocytose van de
erythrocyten.
Differenciering van anemievormen tov MCV en EBV (RDW)
------------------------------------------------------------------
MCV RDW Anemievorm mogelijke oorzaak
------------------------------------------------------------------
verhoogd verhoogd macrocytaire anemie vitamine B12 tekort
met anisocytose en of foliumzuur tekort
verhoogd normaal macrocytaire anemie panmyelopathie,
zonder anisocytose verdringing van
erythropoese in het
beenmerg-medicatie,
beenmergschadiging
door ionisierende
straling
normaal verhoogd normocytaire anemie beginnend ijzertekort
met anisocytose hemolyische anemie
normaal normaal normozytäre Anämie chronische ziekten
zonder anisocytose nierfalen, onnstekingen,
maldisgestie bloedverlies
verlaagd verhoogd microcytaire anemie Ijzer, koper en
met anisocytose Vitamine B6 tekort
Hemoglobinopathie
verlaagd normaal microcytaire anemie Thalassämie-Syndroom
Hemoglobine
De normaalwaarden (referentiewaarden) van hemoglobine zijn onder andere afhankelijk van leeftijd en geslacht.
Een verhoogd hemoglobine kan het gevolg zijn van:
- Uitdroging
- Verhoogde aanmaak van rode bloedcellen in het beenmerg
- Ernstige longziekten
- Langdurig verblijf op grote hoogte (2000 meter)
Een verlaagd hemoglobine kan het gevolg zijn van:
- Ijzergebrek of gebrek aan de vitaminen foliumzuur en vitamine-B12
- Erfelijke hemoglobine afwijkingen zoals bij sikkelcel anemie of thallassemie
- Erfelijke aandoeningen van rode bloedcellen
- Lever afbraak (levercirrose)
- Overmatig bloedverlies
- Verhoogde afbraak van rode bloedcellen
- Nierziekten
- Chronische ontstekings-ziekten
- Slecht functionerend beenmerg (aplastische anemie)
Hematocriet
Verlaagd hematocriet duidt op bloedarmoede, bijvoorbeeld veroorzaakt door ijzergebrek. Andere oorzaken van een verlaagd hematocriet kunnen zijn vitaminegebrek, een bloeding, leverziekten of kanker. Verder onderzoek is nodig om de oorzaak van de bloedarmoede op te sporen.
Verhoogd hematocriet wordt meestal veroorzaakt door uitdroging. Inname van voldoende vocht lost dit probleem meestal op. Een andere oorzaak van een hoog hematocriet kan de ziekte polycytemia vera zijn. Hierbij worden in het beenmerg te veel rode bloedcellen aangemaakt. Ook komt verhoogd hematocriet voor als de longen niet goed functioneren waardoor het lichaam te weinig zuurstof krijgt. Om dit zuurstofgebrek te compenseren maakt het beenmerg meer rode bloedcellen aan en dat leidt tot verhoogd hematocriet.
RBC(erytrocyten) Rode bloedcellen
Verlaagd bij een bloedarmoede. Verhoogd bij een toegenomen aanmaak en bij vloeistof verlies door diarree, uitdroging of brandwonden.
MCV
Een te hoge MCV waarde kan duiden op bloedarmoede ten gevolge van tekort aan vitamine B12 en/of foliumzuur.
Een te lage MCV waarde kan duiden op bloedarmoede ten gevolge van ijzergebrek. Ook bij pati en eumlnten met thalassemie (afwijking van het hemoglobine eiwit in de rode bloedcellen) is de MCV te laag.
MCHC
(Mean Corpuscular Hemoglobin Concentration) Kan verlaagd zijn als het MCV verlaagd is. Een verhoging hangt af van de hoeveelheid hemoglobine dat in een rode bloedcel past.
WBC(leukocyten) Witte bloedcellen
Verhoogd bij infecties, ontstekingen en kanker. Verlaagd bij medicijngebruik (bijvoorbeeld methotrexaat), bij sommige auto-immuunziekten, bij sommige ernstige infecties en bij het niet goed werken van het beenmerg.
Trombocyten
Infecties en ontstekingen, ijzergebrek en miltverwijdering kunnen het aantal trombocyten tijdelijk verhogen. Soms komt een hoog trombocyten aantal voor zonder aanwijsbare reden en zonder gevolgen. Ook kan in geval van bepaalde beenmergziekten (zogeheten myeloproliferatieve ziekten) het aantal trombocyten verhoogd zijn. Bij deze beenmergziekten kan zowel een bloedingsneiging voorkomen als het makkelijker vormen van een stolsel (trombose).
Een laag trombocyten aantal kan worden veroorzaakt door een verminderde aanmaak van trombocyten in het beenmerg of door een versnelde afbraak in het bloed. In beide gevallen kan het aantal trombocyten zo laag worden dat er spontaan bloedingen optreden.
Wat is leukocytendifferentiatie?
Om informatie te krijgen over het type infectie, ontsteking of allergische reactie.
Leukocyten zijn witte bloedcellen. Deze zijn met name betrokken bij onze afweer. Tijdens een infectie, forse inspanning of zwangerschap kunnen leukocyten verhoogd zijn. Er zijn verschillende soorten leukocyten voor de verschillende typen infecties die moeten worden bestreden.
Bij de leukocytendifferentiatie (leuco diff) worden alle soorten leukocyten apart geteld.
- neutrofiele granulocyten
- lymfocyten
- eosinofiele granulocyten
- basofiele granulocyten
- monocyten
Neutrofiele granulocyten worden met name geassocieerd met bacteriële infecties en andere ontstekingsreacties. Zij spelen een rol bij de eerste afweer. Kapotte neutrofielen kunnen worden teruggevonden in pus.
Lymfocyten zijn onder te verdelen in T- en B-cellen. Zij vormen het geheugen van het immuunsysteem en maken antistoffen aan. Indien men al eens een infectie met dezelfde verwekker heeft doorgemaakt, kunnen de lymfocyten snel en efficiënt optreden. Dit wordt ook wel de specifieke immuunrespons genoemd.
Eosinofiele granulocyten bestrijden met name infecties van parasieten. Een verhoging hiervan kan duiden op een parasitaire infectie zoals lintworm of malaria.
Basofiele granulocyten komen het minst voor in het bloed (normaal kleiner dan 1%). De cellen dragen stoffen bij zich die een ontstekingsreactie op gang kunnen brengen, zoals bijvoorbeeld histamine. Deze stoffen zorgen voor het verwijden van bloedvaten en zorgen dat deze enigszins doorlatend worden. Hierdoor kunnen de andere cellen makkelijker bij de ontsteking terecht. Dit geeft bijvoorbeeld ook het typische beeld van een allergische reactie waarbij de huid rood kleurt doordat de kleine vaatjes verwijden.
Monocyten presenteren gevonden vreemde stukjes (bacterie- of virusdeeltjes) aan de lymfocyten. Ze helpen en zodoende mee aan de specifieke immuunrespons. Het zijn surveillanten in het bloed die snel ter plaatse van een infectie kunnen zijn. Monocyten kunnen de vreemde stoffen in zich opnemen en naar de T-cellen brengen om het te laten beoordelen.